Baby's voelen geen pijn?

Het valt op hoe ver sommige takken van wetenschap soms achter lijken te lopen op simpele menselijke wijsheid.

Ik heb veel bewondering voor bijvoorbeeld de natuurkunde, scheikunde en archeologie. In gebieden als deze kunnen we zoveel méér zien dankzij wetenschap: we kunnen terug in de tijd kijken om te zien hoe oud de wereld is, we kunnen heel ver weg kijken of de allerkleinste deeltjes heel groot maken. We kunnen rijden, vliegen, raketten naar de ruimte sturen, en oneindig communiceren op afstand.

Maar met al onze wetenschappelijke verworvenheden is pas veertig jaar geleden ‘ontdekt’ dat pasgeboren baby’s pijn kunnen voelen. Tot die tijd werden babies in ziekenhuizen altijd onverdoofd geopereerd. Met allerlei verschrikkelijke trauma’s tot gevolg.

Ik heb moeite om dit te begrijpen. Op dit moment typ ik dit stukje met mijn vier weken oude zuigeling slapend op mijn borst. Als ik een verkeerde beweging maak en haar voetje komt klem te zitten, nou dan hoor ik het meteen hoor. Daar hoef ik geen uitgebreide double blind experimenten voor te doen.

Hoe komt het dan dat een hele wetenschappelijke wereld decennialang de indruk kan hebben dat babies geen pijn voelen? Er zijn een aantal verklaringen voor: in de jaren ’40 van de twintigste eeuw kwam naar voren dat babies niet reageerden op speldenprikken. Sindsdien werd er als conventionele wijsheid aangenomen dat babies dus geen pijn zouden voelen.

En hoe kan het dan dat mensen niet gewoon hun gevoel volgen daarin? Wetenschappers kunnen mij vertellen wat ze willen, maar ik hoef maar naar mijn baby met darmkrampjes te kijken en ik heb meteen bewijs genoeg dat een baby fysieke ongemakken heel naar vindt! Er bleek nog iets aan de hand en dat is gebrek aan inlevingsvermogen.

En uit onderzoek blijkt ook het voor veel moderne mensen moeilijk om de pijn van anderen te herkennen of te begrijpen. Zeker wanneer iemand ‘anders’ is dan jij. Zwarte kinderen kregen in de VS minder snel pijnstillers wanneer ze aangave extreme pijn te ervaren, en vrouwen werden regelmatig niet serieus genomen bij de mannelijke dokter. Sowieso speelde genderongelijkheid ook een rol hierin: van oudsher is er sowieso minder wetenschappelijke interesse geweest in babies, omdat de meeste wetenschappers (en artsen) mannen waren die niet voor babies zorgden.

Hoe diep is een samenleving eigenlijk gezonken als we elkaars pijn niet zien? Als we het te druk hebben met onze doelen behalen en zo meer schade aanrichten dan dat we goed doen? Met al onze nanodeeltjes en ruimtevaart zijn we op het gebied van empathie en het welzijn van levende wezens wat mij betreft in een diep dal beland.

En niet alleen bij babies - op de boerderijen werd ook lang gedacht dan dieren geen pijn konden voelen. Mede dankzij de ‘grote filosoof’ René Descartes die het idee bedacht dat dieren een soort machines zijn die geen pijn kunnen voelen. Zo hebben we zonder schuldgevoel een industrie kunnen optuigen die een ongeevenaarde hoeveelheid dierenleed veroorzaakt.

Ook de rest van onze ecologische verwoesting hangt samen met gebrek aan inlevingsvermogen in anderen dan onszelf. Ecosystemen gaan naar de knoppen, bevolkingen worden uit hun leefgebieden gedwongen, de wereld wordt onleefbaar gemaakt. Allemaal omdat we niet kunnen zien, niet kunnen voelen, wat we met ons gedrag aanrichten.

Zolang we niet empathischer worden, zal de verwoesting ook niet stoppen. We zullen met al onze goede intenties naar doelen blijven streven zonder dat we erbij stilstaan dat we de ellende alleen maar verergeren. We zullen stikstofdoelen nastreven zonder het dierenleed te verminderen. We zullen miljarden blijven steken in kankerbestrijding zonder de oorzaak - een ongezonde wereld - aan te pakken. We zullen in al ons onbegrip oorlogen blijven voeren zonder te zien wat een enorme ellende we daarmee aanrichten.

Er is veel veranderd sinds de jaren ’80. Het inlevingsvermogen van de dominante cultuur lijkt steeds groter te worden, al is er ook een tegenbeweging gaande. Mensen worden radicaler, en de standpunten worden extremer. Veel mensen graven zich nog doeper in, en willen verder weg lopen voor de pijn van anderen.

Hoe zit dat met de boeddhisten? Het pad van de Boeddha is het pad van stoppen en voelen, van leren begrijpen: “Understanding is love’s other name”, zei Thich Nat Hanh vaak. Maar durven we het pad ook echt te bewandelen? Of is boeddhisme een ontsnapping, een manier om de ondergang van de samenleving veilig, van een afstandje te bekijken?

Overal waar je kijkt klinkt de roep om verstilling. Iedereen wil begrepen, gezien en geliefd worden. Het boeddhisme leert het ons. We kunnen samen een belangrijke bijdrage leveren aan het stoppen van de verwoesting. Durf jij de simpele menselijke wijsheid van de Boeddha echt te gaan leven?